schilderijen | sculpturen | ...cv... | statement | links | tekeningen | medium | biografie | history. Eng. | contact + | Victor George |
|
home |
| History: fire paint. Historiek. NL. "Ik heb dit ook nog gedaan". "Mijn opa deed dit ook al". Naar aanleiding van zulke uitspraken op mijn tentoonstellingen - ook omdat ik persoonlijk enkele schilders ken - wil ik zeggen dat ik deze techniek niet heb uitgevonden. Uitgevonden bestaat niet bij deze. Toen ik in 1976 met deze techniek begon was het meer een ontdekken en ontplooien van deze techniek. Een techniek die ik helemaal toevallig ontdekte. Soms stel ik me de vraag of dit allemaal niet ontstaan is uit frustratie omdat ik als vijfjarige thuis ongewild brand stichtte. Ik heb dit medium ook een eigen naam gegeven om deze werkwijze te introduceren in de kunst. Ik wist bij de eerste keuze van de naam nog niet dat mijn keuzewoord; met een andere betekenis weliswaar: reeds in het woordenboek stond. Ik doopte deze techniek; " Fumagine". Ontstaan uit de samentrekking van het Franse woord fumer en het Engelse woord imagine ( Ik dacht toen ook aan John Lennon). Het bleek achteraf bekeken een geweldige keuze. Want fumagine is een ziekte van planten met roetafzetting op de bladeren. Beter kan je een titel niet kiezen. Als toepassing op onze zieke wereld is het ook zonder twijfel relevant. Maar filosofen zeggen al lang dat we ons over de wereld zorgen moeten maken. Door al deze verhaaltjes heb ik ook nog een korte geschiedenis van het fumagine kunnen noteren. In de oudheid bij de ontdekking van het vuur "zal" deze techniek gebruikt zijn, door neerslag die men zag op rotsen, stenen en andere; om aanduidingen te maken. Misschien zelfs om tekeningen te kleuren naast alle kleurstoffen die zich in de grond bevonden. Waarschijnlijk is het in de moderne tijd pas mogelijk geworden om de neerslag van rook en roet te bewaren. Ik weet met zekerheid dat er na de tweede wereld oorlog - omdat eetborden voordien een luxe waren - werd geschilderd met een vlam op de voor- en achterkant van een bord. Nadien werd dat met stokjes, mesjes, veren, vingers en allerlei andere voorwerpen bewerkt tot mooie tekeningetjes. Die borden werden zelfs opgehangen in geplooide ijzerdraad aan de muur. Later probeerde men hier en daar zelfs om deze tekeningen te vernissen. Wat niet evident was. Zo ken ik ook onderwijzers die midden de jaren 60 kinderen in roet op borden en op glas lieten werken. Het gaf dan adembenemende resultaten. Ik herinner me ook nog grappen die uitgehaald werden met - mag ik het geflambeerde - borden noemen? De regisseur van de grap maakte de achterkant van het bord zwart met roet ( die natuurlijk niet mocht bekeken worden door het slachtoffer) en ging zelf tegenover de gedupeerde plaats nemen met een proper bord en een uitgestreken gelaat. De andere moest het bord zo houden als de regisseur; met het voorwendsel dat hij enkele tekeningen ging maken op zijn gelaat; moest de beetgenomen persoon eerst op het geflambeerde bord wrijven en dan met de vinger op zijn gelaat... Wat een gezicht... hij kreeg nadien een spiegel voorgeschoteld. In de jaren zestig was het aan de grote kunstenaars uit de ZERO beweging om vorm te geven met vuur. Het verbranden van doeken en boeken, het zoeken naar ruimte, kortom de negatieve verwerking met vuur. Af en toe kon je iets figuratiefs - als dat al bestaat - ontdekken. Mijn vier - op mijn ranglijst - grootste kunstenaars geboren in dezelfde tijd waarvan Yves Klein (°1928) - veel te jong gestorven - Bernard Aubertin (1927), Henk Peeters (°1925) en mijn allergrootste idool Otto Piene (°1928)- het voorbeeld werd voor mijn experimenten in de jaren zeventig. Het spelen met vuur leidde inderdaad tot het ontdekken van een heel figuratief werk van een paard en een poes in 1976 met als titel "ongewild abstract." Dit werk heeft tot op heden nog niet aan kleur of kracht moeten inboeten. Sindsdien stond mijn besluit vast: iets wat ik ongewild bekwam moest ook kunnen gecreëerd worden met mijn eigen wil. Ik kon aan de zero kunst misschien een "figuratief "woord toevoegen. Mijn zoeken is toen begonnen. Ik wist niet dat ik uniek bezig was. Ik leerde er zelfs monotypes mee creëren. Bij het ontstaan en de uitbreiding van internet begreep ik dat ik een onontgonnen weg was ingeslagen. Ik voegde een vierkant toe om het werk interactief te maken. Ook om beter en opnieuw te doen kijken. De toeschouwer kan zich engageren en het vierkant op een andere plaats aanbrengen. Dit werd later bekeken als mijn handelsmerk, mijn handtekening, het kleur geven aan het werk... een kleur die bij de evolutie andere vormen aannam en mijn techniek meer en meer zou laten begrijpen zonder dat ik die techniek moest verklaren. Bij het verder exploreren van Internet ontdekte ik in de jaren 2011 een Frans kunstenaar Etienne Gros ( die zeker het bekijken waard is), die deze techniek toepast bij het tekenen van zijn eigen afgesneden vrouwenfiguren. ( Vele filmtechnische afsnijdingen worden aan een groot Belgisch kunstenaar Luc Tuymans toegeschreven). Ik ontdekte nadien nog enkele kunstenaars die hier en daar en sporadisch deze "fumagine" techniek toepasten. Ik merkte ook aan mijn tijdlijn waar die kunstenaars konden gesitueerd worden. Dit gaf vleugels, want het is fijn dat andere kunstenaars dit medium ontdekken en er mee gaan werken. Het doet wel pijn als mensen gaan beweren dat zij deze techniek "uitvonden" al is het dan onwetend. Deontologie vraagt dan... Het schilderen gebeurt met een vlam , een olielamp, een petroleumlamp, allerlei soorten kaarsen en branders. Op hout, plexi, glas, papier, kadapak, karton en kartonbord, pu, metaal, verf ea. Het krassen in roet gebeurde vroeger ook al met allerlei materialen. Ik wilde alleen meer dan dit. Al heb ik dit ook verder geêxploreerd en zelfs met verf geëvalueerd, inderdaad ook met glacis. Misschien moet ik deze tekst maar op Wikipedia plaatsen. Hartelijk. frans frengen. ( other languages are upcoming.... D,E,F,I,ESP.) |
|
|
terug home < | thanks |
top |